Fruit dat in de volle zon hangt, kan in perioden met tropische temperaturen (> 30ºC) verbranden. Bij vrijwel rijpe appels ontstaan bruine brandplekken op de vruchten. Bij hevige verbranding rot het onderliggende vruchtvlees weg.
Kleinfruit (frambozen, bessen) hangt in de regel onder het blad. Echter aan de zon blootgestelde frambozen en bessen kunnen verbranden. Knip de aangetaste vruchten weg.
Kruisbessen hangen meestal niet in de schaduw, daarvoor hebben kruisbesstruiken te weinig blad. Aanplanten in de halfschaduw (bij voorkeur alleen zon in de ochtend) voorkomt brandschade bij kleinfruit.
Zomersnoei van appels en druiven kan beter tijdens hete zomers achterwege worden gelaten; beide zijn gevoelig voor droogteschade in tijden van droogte en hittegolven.
Peren hebben een dikkere schil en zijn daarom minder gevoelig voor zonnebrand.
Druiven moeten tijdens erg heet weer ook tegen de zon beschermd worden; zonnebrand ontstaat bijna zeker als een tros vanuit de schaduw plotseling in de zon komt te hangen. Knip de aangetaste druiven weg. Om de druiven in de wijnbouw tegen zonnebrand te beschermen worden ze bespoten met fijngemalen witte klei. Dit laagje kleimineraal spoelt er tijdens regen af.
Zorg dat de fruitbomen en bessenstruiken over voldoende water kunnen beschikken; om uitdroging van de bodem te voorkomen kan het gras rondom de bomen en heesters wat langer blijven.
Geef regelmatig water, af en toe een grote plens geeft een groeispurt aan het fruit waardoor de schil dunner wordt en daardoor vatbaarder voor zonnebrand.
De stam van beuken is extra gevoelig voor zonnebrand, door de stam te omwikkelen met jute wordt zonnebrand en daarmee verticale scheuren in de bast voorkomen. Zonnebrand van de stam ontstaat door een combinatie van veel zon, een hoge temperatuur en droogtestress van de boom, waardoor de temperatuur van de bast teveel oploopt (> 40°C) en er weefselschade ontstaat.
Hortensia’s verdragen felle zon slecht. Tijdens een hittegolf verdroogt het blad en de bloemschermen. Afschermen en regelmatig watergeven (bij de wortels) kunnen dit voorkomen.
Gras heeft ook van droogte te lijden: maai het niet te kort en laat het afgemaaide g
Zonnebrand ontstaat doordat vocht sneller verdampt van de bladeren dan de wortels kunnen opzuigen. Hoge temperaturen, droge wind en een lage bodemvochtigheid veroorzaken zonnebrand.
Overbemesting kan ook tot bladverbranding leiden, maar het blad wordt dan eerst geel voordat het verdort.
Er zijn drie soorten zonverbranding:
Zonnebrand Necrose (Sunburn Necrosis): een donkerbruine of zwarte vlek op de schil waarbij het onderliggede vruchtvlees wegrot. Ontstaat als de temperatuur van de schil boven de 45°C uitkomt.
Zonnebrand Bruining (Sunburn Browning): een bruine of gele verkleuring van de schil. Het onderliggende vruchtvlees is niet aangetast. Ontstaat als de temperatuur van de schil boven de 45°C uitkomt.
Foto-bleken (Photooxidative sunburn) ontstaat als vruchten plotseling aan fel zonlicht worden blootgesteld: er vormt zich een bleke, witte plek op de schil. Onderliggend vruchtvlees blijft intact. Ontstaat bij temperaturen van de schil onder de 31°C.