Wilde wingerd, houtige klimplant, behorend tot de wijnstokfamilie. De wilde wingerd houdt van een niet al te zware, voedselrijke, vochthoudende grond, met een normale zuurgraad; bij voorkeur in de zon of halfschaduw.
Ook bekend als:
Wingerd
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.
- De zwarte besjes (herfst) zijn giftig; niet voor vogels, deze zijn er dol op. Huidcontact met het blad kan irritatie veroorzaken
Wilde wingerd – (Parthenocissus), houtige klimplant, behorend tot de wijnstokfamilie (Vitaceae). Wilde wingerd komt van nature voor in Noord-Amerika, Oost-Azië en de Himalaya. Er zijn ongeveer twaalf soorten, onder te verdelen naar oorsprong. De drie-bladige wingerd is afkomstig uit Oost-Azië; de vijfbladige uit China en eenbladige komen voor op rotsen tussen de 100 en 1100 meter in hooggelegen provincies in China.
De wilde wingerd houdt van een niet al te zware, voedselrijke, vochthoudende grond, met een normale zuurgraad (pH tussen de 6 en 8). Bij voorkeur in de zon of halfschaduw. Jonge uitlopers zijn in het voorjaar gevoelig voor nachtvorst.
Wingerd kan uitgroeien tot een forse klimplant tot vijftien meter hoogte.
In de herfst verkleurt het blad dieprood.
Wilde wingerd is winterhard, bladverliezend en zelfhechtend op muren en schuttingen. Deze moeten niet pal op het zuiden in de zon staan, dan is het oppervlak te ‘heet’ voor de zuignapjes waarmee de wingerd zich hecht. Wanden op het noorden zijn ook minder geschikt, want geen zon. Uitlopers van de wingerd willen nog wel eens onder dakpannen of goten wringen. In de winter, als het blad gevallen is, de uitlopers snoeien tot een meter onder de goot of dakrand; dat voorkomt problemen. De winter is de beste tijd om de wilde wingerd te snoeien. Wingerd beschadigt muren niet, ook niet als het voegwerk slecht is. Klimop kan muren ontwrichten (groeit in voegen), dat doet de wilde wingerd niet. Wingerd houdt muur en schutting in de zomer en begin van de herfst droog. Voorkom dat de wingerd zich over schilderwerk uitbreidt: de zuignapjes zijn moeilijk te verwijderen.
Wilde wingerd is een sterke plant en niet erg gevoelig voor ziektes.
Plaaginsect
Bladluizen op de bladeren, soms vergezeld van mieren die de luizen ‘melken’ voor de honingdauw.
Schimmels & ziektes
Bruine vlekken met grijs schimmelpluis: grauwe schimmel (Botrytis
Op het blad ontstaan donkerbruine plekken: bacteriekanker (Pseudomonas syringae)
Overig
Tijdens de bloei wordt de wilde wingerd veel bezocht door insecten, bijen, vliegen en wespen. Soms wordt de wingerd zo druk bezocht dat het lijkt alsof er een wespennest in verscholen zit. In de regel is dat niet zo: na de bloei zijn de insecten en ook de wespen verdwenen.