Korstmossen bestaan uit twee verschillende planten, een wier en schimmel (zwam). Ze leven in symbiose met elkaar, waarbij de zwam het meest zichtbaar is.
Korstmossen bestaan uit twee verschillende planten, een groenwier (Chlorophyta) of een blauwalg (cyanobacteriën) en een schimmel (fungi). Ze leven in symbiose met elkaar, waarbij de zwam het meest zichtbaar is. Korstmossen groeien op stenen, oude muren en bomen. Korstmossen onttrekken geen voedsel en water van hun gastheren. Ze leven van licht en vocht (regen of opgenomen uit de lucht).
Korstmossen zijn vaak geel, grijs, oranje of bruin. Korstmossen groeien heel langzaam, verdragen droogte en kunnen heel oud worden.
Korstmossen hebben voorkeur voor langzame groeiers onder de heesters en bomen; op notenbomen en appelbomen worden eerder korstmossen aangetroffen dan op echte snelgroeiers, zoals populieren. Korstmossen zijn gevoelig voor klimaatverandering en luchtverontreiniging. De korstmossoort Parmelia komt veel voor op fruitbomen.
Remedie
Korstmossen zijn onschadelijk; ingrijpen is onnodig.
Preventie
Niet van toepassing. Indien korstmossen ongewenst zijn, plant de aangetaste bomen en struiken dan op een zonnige plek en snoei de bomen en struiken zodanig dat de wind vrij spel heeft.