Camelia, een groenblijvende struik of kleine boom en familie van de theeplant.
Ook bekend als:
Japanse roo
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.
- Het blad, bloem en de stengel van de camelia zijn niet giftig; ook niet voor huisdieren en paarden.
Camelia – (Camellia), een groenblijvende struik of kleine boom en familie van de theeplant (Camellia sinensis). De heesters kunnen uitgroeien tot forse struiken van + 4 m hoog en 2,50 m breed. Camelia’s bloeien met grote bloemen van februari tot april. Bloemen zijn overwegend roze, rood en wit.
De Camellia Japonica wordt het meest toegepast in de siertuin. Camelia’s houden van een humusrijke, wat zurige grond; kalk wordt slecht verdragen. Plant de camelia op een beschutte plaats in de halfschaduw: niet in de volle zon, ook niet op een winderige plek en ook niet tegen een muur. De knoppen hebben koelte nodig om uit te lopen en dan is een muur op het zuiden, warmte vasthoudt niet handig. Camelia’s zijn gevoelig voor uitdrogen in de zomer (zon) en in de winter (wind). Camelia’s zijn enigszins winterhard, hoewel de bloemen in het vroege voorjaar aangetast kunnen worden door nachtvorst. Bemesten in maart en in juni/juli.
Gebruik in streken met hard, kalkrijk water regenwater voor de camelia; regenwater is kalkvrij.
Camelia’s doen het goed in kuipen en grote potten. Verplaats de kuip-camelia in de herfst naar een beschutte plek in schuur of garage. Geef ook in de herfst regelmatig (eens in de zoveel weken) water. De kuip-camelia bemesten als de knoppen beginnen te zwellen in het voorjaar. Jaarlijks verpotten is niet nodig; ververs in het vroege voorjaar de bovengrond. Kuip-camelia’s in serres zijn gevoelig voor blad
Camelia’s kunnen gesnoeid worden; veel zal dit niet zijn, want het zijn langzame groeiers. Beperk het snoeien tot een enkele ontsierende tak. Voorkom een teveel aan water in de kuip of pot; wortels die in het water staan, gaan rotten.
Plaaginsect
Bladluizen op de bladeren, bloemknoppen en stelen. soms vergezeld van mieren die de luizen ‘melken’ voor de honingdauw. De donkere plekken op het blad bestaan uit honingdauw met daarop een laagje donkere schimmel (roetdauw).
Halfronde happen uit de bladranden: Lapsnuitkever.
Schimmels & ziektes
Camelia blijft achter in de groei, blad krult, verkleurt geel of rood en de bast aan de voet van de plant kleurt bruinrood. De wortels vertonen dezelfde verkleuring: Phytophthora wortelrot.
Overig
Bij kuip-camelia’s: blad wordt geel en valt af. Meestal wordt dit veroorzaakt door droogte of juist een teveel aan water.
Bloemknoppen vallen in het voorjaar af. Dat is het resultaat van een periode van droogte tijdens de knopvorming in de late zomer. Door het begin van de herfst regelmatig water te geven, wordt knopval in het voorjaar voorkomen.
Tijdens heet zomerweer (temperaturen boven de 30ºC) ontstaan ‘brandplekken’ op het blad: zonnebrand.
Bruine randen aan de bloemen in februari/maart: vorstschade.