Echt, overal mos..
Tussen de tegels, in het gras, overal zijn nu de frisgroene kussentjes mos te zien. De maanden januari, februari en het prille begin van het voorjaar zijn voor het mos de belangrijkste maanden van het jaar. Dan ontvangt het al het beschikbare licht, dat in de rest van het jaar door de bebladerde heesters wordt tegengehouden. Ook is er voldoende vocht om de fijne celstructuur van het mos tot barstens toe te doen opzwellen.
Mossen vermenigvuldigen zich door middel van sporen, die in urnvormige doosjes worden gevormd. Deze sporenkapsels zijn bedekt door gepunte kapjes, de huikjes, die afvallen zodra de sporen rijp zijn. Zo’n minuscule spore van mos neemt genoegen met het allerminste: het schaduwrijkste en onbeduidendste plekje in de tuin. Niet overal is mos welkom – bijvoorbeeld in het gras.
Maar eigenlijk is mos best mooi! Behalve de mossen die zich in de vorm van kussens ontwikkelen, zijn er nog de fraaie korstmossen. Deze kleurige plakkaten bedekken verweerde muren. Ook het zijdemos met zijn groene uitlopers, nestelend tussen de stenen van de rotstuin, is in het vroege voorjaar van de partij.
Geef mos een plaats in de schaduwtuin, het zit er immers toch al. Zoek een vergane boomstronk en bindt er bijvoorbeeld muisjesmos, zijdemos, dikkopmos en fluweelmos op. Leg de boomstronk met het mos op een schaduwrijke plek onder een forse heester. In de zomer zie je door het blad van de heester het mos niet meer. Maar zodra het blad in de herfst valt, komt het mos in haar priegelige pracht tevoorschijn. Met wat geluk groeien er in de loop der jaren ook nog wat paddenstoelen tussen de mossen.
Het mos in het gras is een ander verhaal. Het kan het beste bestreden worden door het strooien van kalk; mos houdt immers van een zure omgeving. Liefst drie keer per jaar een forse kalkgift: aan het begin van de groeiperiodes van het gras in maart en augustus en aan het begin van de winter als de vele regen de bodem verzuurt. Dood mos laat zich gemakkelijk wegharken. Met verticuteren wordt het mos ook verwijderd, maar ook heel veel meer – niet doen dus. Zie ook: Verticuteren, beter van niet.