A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W X Z

Wilg

Wilg, bladverliezende boom of struik behorend tot de wilgenfamilie (Salicaceae). De wilgenfamilie kent + driehonderd soorten waarvan er slechts twaalf in België en Nederland voorkomen.

Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.

herkennen wilgen
Schietwilg, foto: Antilived - CC BY-SA 3.0
wilgenkatjes
Wilgenkatjes, foto: Bernie - Publiek domein
  • Wilgen zijn niet giftig voor mensen; wel voor katten. De bast bevat salicin, waarop aspirine gebaseerd is. Katten kunnen salicin niet afbreken; aspirine is giftig voor zowel honden als katten.

Wilg(Salix), bladverliezende boom of struik behorend tot de wilgenfamilie (Salicaceae). De wilgenfamilie kent + driehonderd soorten waarvan er slechts twaalf in België en Nederland voorkomen. Wilgen kennen vele vormen:
Kruipwilg (Salix repens), struikvorm, blijft laag,
Krulwilg (Salix matsudana, boom, wordt 10 m. hoog),
Kronkelwilg (Salix babylonica), boom, kan uitgroeien tot max. 12 m.,
Treurwilg (Salix pendula), breeduit groeiende boom, 10 tot 15 m hoog.
Schietwilg (Salix alba),  forse boom die wel 25 m. hoog kan worden.
Struikwilgen worden niet groter dan 3 meter en vormen bossige struiken.
Wilgen behoren tot de pioniers onder de planten: ze koloniseren braakliggende gronden, net als bijvoorbeeld berken en klaprozen. Wilgen hebben veel licht nodig en bij voorkeur een vochtige standplaats. je vindt ze dan ook veel langs sloten en watergangen.
Wilgen zijn belangrijke leveranciers van stuifmeel (voorjaar) voor insecten.
Een bijzondere vorm wilg is de ‘knotwilg’, een wilg die op + twee meter hoogte getopt is. Op de ‘knot’ loopt de wilg uit met waterloten, ‘wilgentenen’ genoemd. De wilgentenen worden gebruikt voor de fabricage van manden en vlechtschermen. Elke winter worden de tenen weggesnoeid (geknot). Knotwilgen vormen met hun dichte begroeiing en holle stam nestgelegenheid voor vogels, vleermuizen en insecten.
Wilgen worden door stormgeweld en de watermerkziekte niet ouder dan veertig en vijftig jaar.

Plaaginsect

Misvormd en verfrommeld blad: bladluis.

Gaten in de stam, boormeel onder de stam, foto: Yannick Driesen

Grote, ovale gaten in de stam. Vochtig boormeel in de omgeving. Bijzonder detail: het boorgat ruikt naar azijn omdat de rups azijnzuur aanmaakt om het hout te kunnen verteren: rups van wilgenhoutvlinder (Cossus cossus).

Herkennen van kevertjes
Elzenhaantjes op els (Alnus), foto: Rasbak – CC BY-SA 3.0

Langwerpige gaten in het blad: elzenhaantje (Agelastica alni).

herkennen plaaginsect op wilg
Larven van de wilgenbladwesp vreten aan wilgenbladeren, foto: Jessica Peters-Sieljes

Het blad wordt aangevreten: larven van de wilgenbladwesp (Nematus pavidus).

Schimmels & ziektes

Herkennen watermerkziekte wilg
Roodverkleuring boomsap wilgentak, foto: TuinTekst

Blad verwelkt, wordt bruin en verdroogt. Het boomsap in de takken kleurt rood. Op de grens van dood en levend hout ontstaan bossige groepen waterloten: watermerkziekte (Brenneria salicis).

herkennen zwammen en paddenstoelen
Ruwe borstelzwam, foto: Jess Evans (Mushroom Observer) – CC BY-SA 3.0

Kruisende dode takken zijn aan elkaar ‘gelijmd’: Ruwe borstelzwam (Hymenochaete corrugata) – zeldzaam.

Overig

Wilgenhout is niet erg sterk, een stevige wind en stormen kunnen takken doen afbreken. Wilgen langs de waterkant hebben niet veel houvast aan de waterige bodem en kunnen daarom gemakkelijk omwaaien.
Door de rupsen van de wilgenhoutvlinder aangetaste bomen waaien gauw om.