Wietplant – Cannabis of hennep. De belangrijkste bewustzijnsveranderende Cannabissoorten zijn Cannabis sativa en Cannabis indica. Ondersoort: Cannabis sativa hollandica (nederwiet).
Ook bekend als:
Gr
Marihuana
Skunk
Weed
Wiet
Je bekijkt een voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
De weergave voor tablets, laptop en desktop toont ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.
Softdrugs
Uit cannabis worden twee vormen van softdrugs gewonnen: ‘wiet’ (gedroogde en verkruimelde bloesem) en ‘hasjiesj’ (de hars). Wiet en Hasjiesj bevatten het bewustzijnsveranderende middel tetrahydrocannabinol (THC).
Softdrugs en de wet
Het telen van wietplanten is in Nederland verboden; echter het kweken van ten hoogste vijf planten per huishouden wordt gedoogd. Het bezit van maximaal vijf gram wiet of hasjiesj wordt voor 18+ gedoogd; onder de 18 is bezit strafbaar.
In België is het telen van wietplanten verboden en het bezit van wiet en hasjiesj strafbaar. Wel is er de ‘laagste vervolgingsprioriteit’ voor bezit (één plant) en persoonlijk gebruik (minder dan drie gram). Deze richtlijn wordt door de diverse politiekorpsen verschillend geïnterpreteerd; rechtsonzekerheid dus.
-
- THC is giftig voor honden en katten. Katten zullen niet snel hasjiesj-houdend voedsel eten; honden zijn minder kieskeurig. Van eenzelfde hoeveelheid THC worden mensen high maar (vooral kleine) honden vergiftigd (overdosis).
Wietplant – Cannabis of hennep. Dit zijn de belangrijkste bewustzijnsveranderende Cannabissoorten:
-
- Cannabis sativa is afkomstig uit warme streken rond de evenaar. In tropische omstandigheden wordt deze hennepplantruim vijf meter hoog. Cannabis sativa heeft lang dun blad. De plant heeft veel licht nodig en kent een lange bloeiperiode. Bij Cannabis sativa vind je de tetrahydrocannabinol (THC) vooral in de vrouwelijke plant. Deze hennepsoort wordt ook gebruikt voor de productie van o.a. isolatiemateriaal (bouw), kleding en voedsel (zaden). Industrieel geteelde hennep mag volgens EU-normen niet meer dan 0,2% THC bevatten.
- Cannabis indica hoort thuis in Zuid-Azië en is zeer geschikt voor de wat koudere gematigde streken. Ook is deze hennepsoort weinig vatbaar voor ziektes en schimmels en een gemakkelijke groeier, mits voldoende bemest. Het korte, brede en sprietige blad is minder diep ingesneden dan ‘sativa’. ‘Indica’ bevat naast THC meer cannabidiol (CBD) dan ‘sativa’.
- Ondersoort: Cannabis sativa hollandica (nederwiet).
Binnen- en buitenteelt
Wietplanten worden zowel binnenshuis als buitenshuis geteeld. In een kas of binnenshuis op zolder, slaapkamer of kelder Deze teelt levert voor iedere plek specifieke problemen op. Wietplanten hebben veel licht en voeding nodig en ze mogen niet te nat of te droog staan. Binnenshuis opgekweekte wietplanten krijgen met dezelfde plaaginsecten te maken als kamerplanten; spi
Buitenshuis worden wietplanten als eenjarigen behandeld. Geef de wietplant de ruimte op een zonnige plek, ze worden immers groot. Zorg voor een voedselrijke bodem met een bijna neutrale zuurgraad (pH + 6,5). Een plek tegen een schutting of muur op het zuiden is ideaal: voldoende zon en bescherming tegen de wind. Cannabis is een snelle groeier die veel voedsel nodig heeft. Werk mest (bijv. verrijkte koemest) en compost voor het aanplanten in de grond. Gebruik geen kunstmest.
Medicinale Cannabis is Cannabis die patiënten op doktersvoorschrift wordt voorgeschreven. Wordt ook wel mediwiet genoemd. Medicinale Cannabis wordt toegepast als middel tegen onder meer (zenuw)pijn, ontstekingen, spasmen en misselijkheid als gevolg van chemotherapie.
Plaaginsect
Bladluizen op het blad en stelen.
Blad wordt weggevreten: slakken; vaak is er een slijmspoor te zien.
Onregelmatige gaten in het blad: rupsen van bijv. groot koolwitje (Aleyrodes proletella).
Licht gekleurde onregelmatige sporen over het blad: mineervlieg (Liriomyza spp.). Kan weinig kwaad op de wietplant.
Blad wordt geel en bobbelig; eitjes aan de onderzijde blad: kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum).
Zilvergrijze vlekken met kleine donkergroene stipjes (poep): trips (Thysanoptera).
Schimmels & ziektes
Bruine vlekken met grijs schimmelpluis/poeder, bijvoorbeeld van grauwe schimmel.
Op de stam en vertakkingen ontstaan grijze/beige plekken: stamrot Pythium. Onbehandeld vergeelt de plant en sterft.
Overig
De top van de plant verbleekt (binnenteelt): de plant staat krijgt een overdosis licht en staat te dicht op de kweeklamp.
Bladeren hangen slap, zijn futloos: plant staat te droog. Als dit te laat wordt opgemerkt en het blad blijft hangen na een watergift, knip dan de onderste slaphangende bladeren weg. Alle kans dat de top van de plant zich herstelt.
Plant vergeelt van onderen af: stikstofgebrek. Niet verwarren met het vergelen van de plant aan het einde van het bloeiseizoen en er bijna geoogst kan worden.
Bij de binnenteelt komt een teveel aan stikstof eerder voor. Bladeren worden extreem donkergroen en de bladpunten worden bruin, verdorren. Even een tijdje stoppen met plantenvoeding.
Bij een hoge luchtvochtigheid (buitenteelt) krijgen schimmels in de groeiperiode vat op de pasgevormde toppen van de plant; deze rotten weg: toprot (Botrytis ssp.).