A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W X Z

Thuja

Thuja is een conifeer afkomstig uit Noord-Amerika die tot de cipresfamilie behoort.

Ook bekend als:
Levensboom

Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.

herkennen van coniferen
Foto: Algirdas - CC BY-SA 3.0
  • Thuja (blad) is giftig bij inwendig gebruik (eten). Thuja’s bevatten thujon, een etherische olie die aan drank wordt toegevoegd.

Thuja is een conifeer afkomstig uit Noord-Amerika die tot de cipresfamilie (Cupressaceae) behoort. Thuja’s zijn groenblijvend en winterhard. Ze groeien gemiddeld 25 cm per jaar, stellen geen bijzondere eisen aan standplaats en grond, wat ze tot geschikte haagplanten maakt. Ongesnoeid kunnen thuja’s zes meter hoog worden.
Om de haag in vorm te houden, is snoeien (‘scheren’) met een heggenschaar tweemaal per jaar noodzakelijk. Juni en september zijn daarvoor de beste maanden. Snoei de haag niet tot op het kale hout; thuja’s lopen op het kale hout niet meer uit en verdragen een te forse snoei slecht.
Snoei altijd zodanig dat de bovenkant smaller is dan de onderkant: zo komt de onderzijde van de haag niet in de eigen (regen)schaduw te staan en topzwaar wordt. Door het vele snoeien worden veel voedingsstoffen aan de grond onttrokken, regelmatig (voorjaar) bemesten houdt de haag gezond.
Thuja’s groeien het beste in goed gedraineerde grond; van natte voeten houden ze niet. Deze haagplant houdt van een beschutte standplaats in de zon of halfschaduw.
Voorkom dat tijdens droge periodes de Thuja’s uitdrogen, geef regelmatig water.

Plaaginsect

De toppen van de groene uiteinden worden doorzichtig: Thujamineermot (Argyresthia tuiella).

Takken van de Thuja worden bruin: takluis (Cinara cupressi).

Schimmels & ziektes

Plaatselijk vergeelt de thuja, waarna takjes verdorren en de aantasting zich geleidelijk over de hele thuja verspreid: taksterfte veroorzaakt door de schimmels Didymascella thujina en Kabatina juniperi.

Overig

Bruine puntjes aan de uiteinden van de takken: onscherp snoeigereedschap, waardoor het groen rafelig wordt afgesneden. Of de snoei heeft plaatsgevonden in de late herfst of winter, waardoor het gesnoeide groen door kou afsterft.

Verwante onderwerpen