Rode kool behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae) en wordt al eind februari, begin maart gezaaid in een koude bak; oogsten in het vroege najaar.
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst en teelt.
Rode kool – (Brassica oleracea convar. capitata var. rubra) wordt eind februari, begin maart gezaaid in een koude bak; oogsten in het vroege najaar. Opgekweekte plantjes uiterlijk in mei in de volle grond planten. Zorg voor voldoende ruimte tussen de planten, bijvoorbeeld 70 x 70 cm per kool. Kolen zijn stikstofvreters, zorg dus voor voldoende bemesting. Kolen houden van zware gronden, omdat deze beter vocht vasthouden en rijk zijn aan mineralen.
Houd de planten onkruidvrij en geef regelmatig water. Door de stevige en gekleurde bladeren lijkt rode kool minder last te hebben van de plaaginsecten waar andere koolsoorten zo van hebben te lijden.
Plaaginsect
Slechte groei, maden in de wortel: koolvlieg (Delia radicum).
Blad wordt aangevreten: groot koolwitje (Pieris brassicae), kooluil (Mamestra brassicae).
Aanvankelijk wit of paarse vlekken op misvormd blad (gekruld, bobbelig), daarna wordt de rode kool gekoloniseerd door luizen: melige koolluis (Brevicoryne brassicae).
Schimmels & ziektes
Slechte groei, plant verwelkt, gezwollen wortels rotten weg: knolvoet (Plasmodiophora brassicae).
Overig
Bladranden worden bruin: calciumgebrek (rand).
