Pannenkoekplant

Pannenkoekplant (Pilea Peperomioides) is door het mooie muntvormige blad een populaire kamerplant die zich gemakkelijk laat verzorgen. Deze groenblijvende vaste plant van de brandnetelfamilie (Urticaceae) is inheems in Zuid-China en groeit daar aan de voet van de Himalaya.
De plant is bijzonder door het unieke blad. In het wild verschijnen er in de lente kleine, witte bloemen. Echter binnenshuis bloeit de pannenkoekplant meestal niet.
De pannenkoekplant is een sterke kamerplant die niet erg vatbaar is voor plagen en ziektes.

Standplaats: op een lichte plek in een warme kamer. Niet teveel direct zonlicht. Niet op de tocht.
Aarde: rijke, goed gedraineerde grond. Bij voorkeur hoogwaardige biologische potaarde op basis van kokos. Vul de grond aan met perliet om te voorkomen dat de grond te nat wordt. Een pH tussen 6,0-7,0 is het beste voor de pannenkoekplant.
Verpotten: jaarlijks in de lente: steeds in een pot die elk jaar wat groter is.
Watergeven: Geef de Pannenkoekenplant enkel wekelijks een beetje water. Omdat de plant slecht tegen natte voeten kan, heeft de plant maar weinig water nodig – net genoeg om niet uitgedroogd te raken. Geef water op de aarde, niet op het blad.
Verzorging: in het voorjaar de plant buiten voorzichtig afspoelen. Vergeeld en oud blad afknippen. Geef in het voorjaar en de zomer maandelijks wat vloeibare plantenvoeding.
Stekken: De te stekken uitlopers groeien meestal vanuit het wortelstelsel en soms vanuit de plekken waar oud blad is afgevallen. Stek de uitlopers als ze een paar centimeter lang zijn. Leg de wortels van de uitloper bloot en snijd ze daarna met een schoon mes of een snoeischaar een paar centimeter onder de grond van de hoofdwortel af. Plant het stekje meteen in wat vochtige grond in een eigen pot. Houd de grond vochtig (maar niet te nat) totdat de nieuwe plant geworteld heeft.