Notenboom, leverancier van de wal
Ook bekend als:
Notelaar
Okkernoot
Wal
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.
- Het blad van de notenboom is niet giftig; walnoten worden veel gegeten. Mits goed gedroogd, blijven ze een halfjaar goed.
Notenboom (Juglans regia). Bladverliezende boom behorend tot de okkernootfamilie (Juglandaceae). Een notenboom moet zo weinig mogelijk worden gesnoeid. Als het toch moet, dan uitsluitend in de zomer of de vroege herfst. In de winter – zelfs in de rustperiode – gaat de boom bloeden uit de snoeiwonden. In de zomer gaat de sapstroom naar de bladeren en de rijpende vruchten; het bloeden is dan minimaal. Notenbomen zijn weinig vatbaar voor ziektes.
Droog walnoten niet geforceerd (oven, op de kachel). Te snel drogen kan invloed hebben op de smaak. De ene soort is daar gevoeliger voor dan de andere. Juglans regia ‘Broadview’ is daar bijvoorbeeld heel gevoelig voor: de noten worden door het geforceerd drogen bitter.
Plaaginsect
Gallen (bobbels) op het blad; aan de onderkant holtes met bruine haartjes. Tussen de haartjes leven viltmijten: okkernootviltmijt (Aceria erinea).
Blad wordt aangevreten door 3 cm grote bruine kevers: meikever (Melolontha melolontha). Een zwerm meikevers kan een notenboom helemaal kaal vreten.
In de rijpende bolsters zijn boorgaten te zien; de noten in de bolsters vertonen zwarte plekken. Meestal zijn ook de walnoten aangetast: ze zijn overdekt met zwarte, slijmerige plekken. Schade door de walnootboorvlieg (Rhagoletis completa).
Grote, ovale gaten in de stam. Vochtig boormeel in de omgeving. Bijzonder detail: het boorgat ruikt naar azijn omdat de rups azijnzuur aanmaakt om het hout te kunnen verteren: rups van wilgenhoutvlinder (Cossus cossus).
Schimmels & ziektes
Blad vertoont zwarte plekken, valt vroegtijdig. Komt vooral tijdens natte, koele zomers voor: bacteriebrand (Xanthomonas campestris juglandis).
Gele, hoekige vlekken op het blad, verkleurend naar donkerbruin. Daarna ontstaat er een donkerbruine rand rond de vlekken. De noten verdrogen en vallen vroegtijdig af. Deze zijn nog wel te eten, maar smaken minder goed: Ophiognomonia leptostyla.
Kleine, oranjerode bolletjes verschijnen op aangetaste takken, dat kunnen zowel dode als levende takken zijn: Meniezwammetje (Nectria cinnabarina).
Groei blijft achter, aan de voet van de boom vormt zich achter de bast een fijnmazig vlies van schimmeldraden. In het najaar volgen bruine paddenstoelen: echte honingzwam (Armillaria mellea). Door aantasting van de honing
Overig
Vogels en eekhoorns eten walnoten. Eksters en kauwen pakken een noot en laten deze van grote hoogte op een harde ondergrond vallen om de wal
Late nachtvorst (mei, begin juni) kan het blad beschadigen.
Verticale scheuren in de bast van de stam: bastscheuren.
Korstmos op de takken.
Na een periode van droogte verliest de notenboom veel jonge noten eind mei, begin juni: droogterui. Tijdens periodes met droogte eens per week fors water geven – afhankelijk van de grootte van de boom tussen de 50 en 100 liter.
Walnoten, ontdaan van de bolsters, blijken overdekt te zijn met zwarte schimmel: Alternaria, Fusarium, of Aspergillus niger. Ook kunnen de noten bedekt zijn met een grauwe laag schimmeldons. Sommige van deze schimmels kunnen giftige stoffen (mycotoxinen) produceren.