Narcis, bolgewas en naamgever van de narcisfamilie. Narcissen houden van humusrijke grond en een plek in de halfschaduw.
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.
- Narcissen zijn uiterst giftig; ook voor honden en katten. Ze bevatten, vooral in de bollen, lycorine, een giftige stikstofverbinding waarvan vermoed wordt dat deze de plant tegen vraat beschermt. De stelen bevatten vocht dat huidirritaties kan veroorzaken.
Narcis – (narcissus). Bolgewas en naamgever van de narcisfamilie (Amaryllidaceae). Narcissen houden van humusrijke grond en een plek in de halfschaduw.
Narcissen hebben een periode van kou nodig om te kunnen groeien.
Plantdiepte tweemaal de hoogte van de bol (+ 17 cm); afstand tussen de bollen + 15 cm; planten in oktober.
Zodra de narcis begint verwelken, knip de steel weg en ruim bloemresten op. Dat voorkomt dat ziektes en schimmels zich in de bloemresten vestigen. Laat het blad zitten en verwijder dat ook niet als ze verdorren: de voedingsstoffen uit het blad gaan terug naar de bol.
Als narcissen op een goede plek staan, verwilderen ze gemakkelijk en vormen grote groepen. Wel wordt vaak de bloem elk jaar iets minder groot, maar er komen er wel steeds meer.
Ook in de vaas scheiden narcissen stoffen af die giftig zijn voor andere planten. Daarom verdragen andere bloemen, zoals tulpen, die met narcissen in één vaas worden gezet, de narcissen slecht. Een zakje bloemenvoeding voorkomt voortijdig verwelken van de andere bloemen.
Plaaginsect
De narcisbollen vertonen verkurkte plekken met aan de randen één of meer gaatjes. Ook zijn de bollen wat kleiner dan de anderen uit dezelfde oogst en ook wat donkerder van kleur. Bij het doorsnijden van de bol wordt één of meerdere gangen gevonden met daarin een larve: grote narcisvlieg (Merodon equestris).
Bruine streepjes op de wortels van waaruit de bollen worden aangetast. De streepjes worden donkerbruine vlekken, waaronder de bol wegrot en de waterhuishouding verstoord is. De watertoevoer hapert, de narcis gaat hangen, vergeelt en sterft af: wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans), wortelrot.
Het begint met ronde, gelige plekjes op het blad. Als het er veel meer worden, raakt het blad misvormd, gedraaid en hier en daar gezwollen. Narcis blijft achter in groei en sterft uiteindelijk: stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci).
Gaten in de bloemen; soms zijn de bloemen bijna helemaal weggevreten. Soms is wat slakkenpoep achtergebleven: naaktslak.
Schimmels & ziektes
Kleine puntvormige aantastingen in de toppen van uitlopende bladeren. Rond de aangedane plekjes ontstaan rode verkleuringen: bladvlekkenziekte (bollen) (Peyronellaea curtisii). Aanvankelijk lijken de aantastingen op vorstschade.
De bol kleurt bij de wortels donkerbruin, soms grijs. De bol wordt zacht en tussen de rokken zit wit of roze schimmelpluis. Meestal is de aantasting pas te zien als de bollen enige tijd bewaard zijn: bolrot (Fusarium oxysporum).
Geelgroene, kringvormige vlekken op het blad; slingerende lijntjes: komkommermozaïekvirus.