Melkdistel behoort tot de kruidachtigen van de composietenfamilie en groeit in wegbermen en ruigtes.
Soorten melkdistels:
Akkermelkdistel
Gekroesde melkdistel
Gewone melkdistel
Moerasmelkdistel
Melkdistel– Sonchus – behoort tot de kruidachtigen van de composietenfamilie (Asteraceae). Melkdistel is éénjarig, de zaden worden door de wind verspreid en deze ontkiemen gemakkelijk. Melkdistel begint als een rozet – net als echte distels – om daarna uit te groeien tot volwassen planten, variërend van een halve meter tot wel twee meter hoog. De plant bevat een melkachtig sap (niet giftig).
Vindplaats
Melkdistel komt voor in alle gematigde klimaatzones. In onze streken vind je ze in wegbermen, braakliggende gronden en akkerranden.
Bestrijden
Melkdistel behoort tot de wortelonkruiden en hebben een lange penwortel. Verwijderen doe je door de melkdistels uit te trekken of uit te graven. Doe dit voorzichtig omdat de penwortel gemakkelijk breekt. Zorg er voor dat er geen wortelresten in de grond blijven zitten. Uit deze achtergebleven stukjes wortel groeien gewoon weer nieuwe melkdistels.
Voorkom dat op de wind aangedragen zaad kan ontkiemen door de grond met een dikke laag mulch te bedekken. Een enkele melkdistel in het gazon laat zich gemakkelijk wegmaaien.
Eetbaar
Het jonge blad is goed eetbaar en smaakt net zo als sla. De oudere bladen zijn al gauw bitter.
Koeien en paarden zijn liefhebbers van melkdistels – net als konijnen.