Deze nachtvlinder, een nachtuiltje, meet ongeveer 50 mm. Deze vlinder houdt van zandgronden (duingebieden) en is buiten de duinen zeldzaam.
Ook bekend als:
Bruine monnik
Kuifvlinder (Cucullia verbasci, synoniem Shargacucullia verbasci). Deze nachtvlinder, een nachtuiltje, meet ongeveer 50 mm. Deze vlinder houdt van zandgronden (duingebieden) en is buiten de duinen zeldzaam. Er is slechts één generatie per seizoen: van eind april tot begin juli vliegen de vlinders rond, en vanaf mei tot en met juli zijn de rupsen te vinden op de waardplanten: toorts, helmkruid en vlinderstruik. De rupsen vreten een plant in korte tijd kaal. De cocon overwintert als pop in de grond.
Zowel de vlinder als de rups lijken sprekend op die van de Helmkruisvlinder (Shargacucullia scrophulariae) – het verschil zit ‘m in de details. Rups: verschil is te zien aan de twee segmenten na de kop. Vlinder: de Helmkruidvlinder heeft twee duidelijke witte vlekjes langs de binnenrand. Bij de Kuifvlinder zijn die minder duidelijk.
Vindplaats
- Toorts (Verbascum)
- Helmkruid (Scrophularia)
- Vlinderstruik (Buddleja davidii)
- Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum)
Remedie
Als de plant nog niet vol zit met rupsen, de rupsen met de hand wegnemen. Zo niet, dan kan de plant of heester als verloren worden beschouwd. Een vlinderstruik zal het volgend jaar – na de wintersnoei – opnieuw uitlopen.
Preventie
De grond rondom aangetaste planten en heesters omspitten. De eventuele poppen kunnen dan door vogels en egels worden opgegeten.