Kaliumgebrek

Kaliumgebrek is geen ziekte of schimmel maar een tekort aan kalium. Kalium is belangrijk voor het transport van voedingsstoffen in de plant. Kalium maakt deel uit van het celvocht en speelt een belangrijke rol bij de wateropname van de plant en het voorkomen van overmatige verdamping.
Een tekort aan kalium uit zich bij gewassen op verschillende manieren: bij aardappels worden de bladeren glimmend donkergroen, verkleurend naar brons en sterven vroegtijdig af.
Bij tomaten verkleuren de bladeren van donkergroen naar roodbruin en er treedt vergelen de bladranden: randjesziekte. Door het kaliumgebrek worden tomaten niet meer rood.
Ook het blad van bonen krijgt bruine randen bij een tekort aan kalium.
Wortelgroenten (biet, pastinaak, witlof, ui, (peen)wortel) hebben veel kalium nodig. Bij kaliumgebrek worden wortels en knollen zacht en wortels blijven bleek. Het blad van druiven verkleuren blauwzwart.
Aardappels zijn kaliumvreters; bij een gebrek wordt het blad glimmend groen en bij een groot kaliumtekort kleurt het blad bronskleurig, waarna het vroegtijdig afsterft. Ook worden de aardappels gevoeliger voor stootblauw.
Een kaliumgebrek komt voor op lichtere gronden. Op zandgronden spoelt kalium in de winter gemakkelijk uit; kleigronden houden kalium beter vast. Op zandgronden is bemesten met kali noodzakelijk.