Hippeastrum behoort tot de narcisfamilie; er zijn zo’n 70 soorten en talloze hybriden en cultivars.
Ook bekend als:
Amaryllis (oude naam)
- Hippeastrum bevat lycorine (een alkaloïde), waarvan vermoed wordt dat deze de plant tegen vraat beschermt. Alle delen van de plant zijn giftig, ook voor huisdieren.
Hippeastrum behoort tot de narcisfamilie (Amaryllidaceae). Er zijn zo’n 70 soorten en talloze hybriden en cultivars. De oorsprong van de Amaryllis, zoals dit bol
De bollen zijn 3-11 cm groot. De bollen ontwikkelen gemiddeld vijf lange bladeren. Aan de holle bloemstengel komen twee of meer grote bloemen. Het overgrote deel van de Hippeastrum-exemplaren wordt als kamerplant gekweekt, maar er worden ook soorten geteeld voor buitenshuis voor in de warmere klimaten – klimaatzone 8.
Er zijn speciale vazen waarin Hippeastrum kan worden geteeld (hydrocultuur), vergelijkbaar met de teelt van hyacinten op vaas.
De verzorging van Hippeastrum tijdens de eerste bloei, is simpel. Geef de plant twee keer per week water en bemest deze om de twee weken. Draai de bol om de paar dagen zodat de stengel niet naar één kant groeit.
Een Hippeastrum-bol heeft gauw last van een teveel aan water. Vochtige grond is belangrijk voor een langdurige bloei, maar voorkom dat de potaarde erg lang nat blijft, want dan gaat de bol rotten. Houd de bovenste helft van de potgrond droog.
Houd huisdieren weg bij de plant want alle delen zijn giftig. Knip na de bloei de stelen met de uitgebloeide bloemen af, maar laat de bladeren zitten. Zet de bol met pot – laat de bladeren zitten – op een zonnige, warme plek in de tuin of – beter nog – in een kas of serre. Pas na de IJsheiligen (half mei) in de tuin zetten. De bol groeit, nieuw blad verschijnt. Na de zomer, eind september, verhuist de Hippeastrum naar een koele plek (+ 10°C) in huis of kas. De bol gaat in rust en net als tulpen en narcissen heeft de Hippeastrum een ‘winter’-periode nodig om tot bloei te komen. Tijdens deze periode heeft de bol weinig water nodig. Na een week of acht (begin november) zijn de bladeren verdord en komt een nieuw blad tevoorschijn. Dat is het moment om de bol te verpotten: plant de bol in een ruimere pot met verse grond (mengsel van 1/3 klei, 1/3 zand en 1/3 compost). Plant de bol niet tot aan de bovenkant in de aarde: laat een kwart van de bol boven de aarde uitsteken. Daarna kan de de bol met pot op een warme plek (20°C of meer) worden gezet. Door de warmte zal de bol gaan groeien en opnieuw bloeien.
Plaaginsect
Misvormd blad: bladluis. Je vindt de bladluisjes op de plant en op de aarde rond de bol.
Alleen voor buitenteelt: de bollen vertonen verkurkte plekken met aan de randen één of meer gaatjes. Ook zijn de bollen wat kleiner dan de anderen uit dezelfde oogst en donkerder van kleur. Bij het doorsnijden van de bol wordt één of meerdere gangen gevonden met daarin een larve: grote narcisvlieg (Merodon equestris).
Schimmels & ziektes
Kleine puntvormige aantastingen in de toppen van uitlopende bladeren. Rond de aangedane plekjes ontstaan rode verkleuringen: bladvlekkenziekte (bollen) (Peyronellaea curtisii). Aanvankelijk lijken de aantastingen op vorstschade.
De bol kleurt bij de wortels donkerbruin, soms grijs. De bol wordt zacht en tussen de rokken zit wit of roze schimmelpluis. Meestal is de aantasting pas te zien als de bollen enige tijd bewaard zijn: bolrot (Fusarium oxysporum).
Verzorging
De Hippeastrum komt na de zomer en rustperiode niet tot bloei: de zomer was te nat en te koud, waardoor de bol onvoldoende is aangesterkt. In een te kleine pot wil de Hippeastrum ook niet bloeien.
Bladeren gaan hangen: Hippeastrum is gevoelig voor stress. Bijvoorbeeld door vergeten water te geven, veelvuldig te verplaatsen of door een te snelle overgang van een koude naar warme omgeving en omgekeerd.
Vergeelde bladeren, groeiachterstand en een verweekte bol: te veel water.
