Hibiscus

Hibiscus behoort tot de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) en telt ruim tweehonderd soorten. De plant komt van nature voor in (sub-) tropische gebieden. Hibiscus kent eenjarige soorten, vaste planten, heestervormen en kleine bomen.
Hibiscus bloeit met grote, opvallende bloemen. Hibiscus zijn waardplanten voor diverse (tropische) vlinders.
De tuinhibiscus (Hibiscus syriacus) of altheastruik (oude indeling) is veel aangeplant in België en Nederland omdat deze winterhard is. De tuinhibiscus is de nationale plant van Zuid-Korea en de Chinese roos (Hibiscus rosa) die van Maleisië. De Chinese roos wordt in onze gematigde streken als kamerplant of orangerie-plant (kuipplant) toegepast.
De tuinhibiscus is een bladverliezende houtige heester die in de loop der jaren (langzame groeier) 2 tot 3 m hoog kan worden en 2 m breed. Het blad van de tuinhibiscus verschijnt pas laat in het voorjaar; de bloemen groeien vanuit de bladoksels. In warme, zonnige zomers bloeit de tuinhibiscus op het eenjarige hout van augustus tot ver in de herfst. Tijdens regenperiodes kunnen de bloemknoppen afvallen.
De tuinhibiscus houdt van een beschutte plek in de zon en een luchtige, losse grond met veel humus. In tijden van droogte is watergeven noodzakelijk.
De tuinhibiscus verdraagt snoei, bij voorkeur snoeien in maart.