De heidekever behoort tot de bladkevers en is inheems in België en Nederland. Heidekevers en hun larven voeden zich met heide.
Ook bekend als:
Heidehaantje
Heidekever (Lochmaea suturalis) behoort tot de bladkevers (Chrysomelidae). De kever is inheems in België en Nederland. Heidekevers en hun larven voeden zich met het blad van heide, zowel struikheide (Calluna) als dopheide (Erica). Als de kevers en de larven massaal de heide wegvreten, verdwijnt deze en daarmee ook de kevers. Daarna groeit de heide weer aan en komen ook de heidekevers terug. Het aantal kevers neemt weer toe en de aangegroeide heide wordt opnieuw weggevreten. Dit proces herhaalt zich ongeveer elke vijf tot acht jaar.
De overwegend bruin gekleurde kever is + 6 mm groot, heeft zes pootjes en twee zwartrode antennes. De larven zijn geelgroen. Heidekevers zijn actief van mei tot november. Ze overwinteren in de bovengrond. Heidekevers gedijen in de dichte struiklaag waar de luchtvochtigheid hoog is en de strooisellaag beschermd wordt door de dicht opeen groeiende heide.
Vindplaats
- Heide:
- Dopheide
- Struikheide
Remedie
De heidekever is alleen met insecticiden te bestrijden. Omdat deze in natuurgebieden niet thuishoren, wordt de kever in de heidegebieden gedoogd.
Preventie
Het houden van een kudde schapen op de heide beperkt het aantal heidekevers. Schapen eten de toppen uit de heideplanten. Daardoor ontstaat een open structuur, waarin de heidekever niet goed gedijt. Afbranden en afplaggen behoren eveneens tot de beheermaatregelen om schade door de heidekever te beperken.