Harlekijnvlinder, nachtvlinder met opvallende signaalkleuren.
Ook bekend als:
Bonte bessenvlinder
Niet verwarren met:
Brandnetelmot (Anania hortulata)
Harlekijnvlinder (Abraxas grossulariata). Nachtvlinder van de Spanners-familie (Geometridae). De harlekijnvlinder heeft opvallende signaalkleuren, daarom wordt deze vlinder (en de eveneens bont gekleurde rups) niet door vo
Harlekijnvlinders zijn op warme dagen van mei tot eind augustus op kruisbessen en frambozen te vinden. Houtwallen, (moes)tuinen, heide en loofbossen behoren tot het leefgebied.
De ruim drie centimeter lange opvallende rupsen zijn soms talrijk te vinden op de waardplanten frambozen en kruisbessen, waar ze knoppen, bloesem en blad wegvreten. Soms doen ze ook hazelaars, sleedoorns, vogelkers en kardinaalsmuts aan.
Vanaf maart worden de rupsen actief en voeden zich aan het uitlopend blad en bloesem, waarna ze zich in juni verpoppen. De poppen worden met spinseldraden vastgemaakt aan een takje of blad. De volwassen vlinders verschijnen rond half juni. De eitjes worden tijdens de zomer afgezet op de bladeren. Als de rupsjes uitkomen overwinteren ze op takken in de heesters. Meestal is er slechts één generatie per jaar.