Dahlia

Dahlia’s behoren tot de composietenfamilie (Asteraceae) en kennen vele soorten. De oorsprong van de huidige dahlia ligt in Mexico waar de oorspronkelijke dahlia, een hoge vaste plant, werd gekweekt om de eetbare vlezige wortels. De huidige dahlia’s zijn hybriden. Er zijn heel veel variëteiten: van enkelvoudige  bloemen tot orchidee-achtigen. Bloeitijd is van juli tot november of tot de eerste nachtvorst.
De dahlia is een vorstgevoelig knolgewas die aan het eind van de herfst opgegraven moeten worden en opgeslagen. Bij voorkeur in een koele  (+5°C), vorstvrije droge ruimte. Niet alle dahlia’s zijn even vorstgevoelig. Haal de knollen niet meteen al in de herfst uit de grond: de dahlia trekt nog voeding uit de bovengrondse groene delen. Zodra deze beginnen te verdorren, kunnen de knollen uit de grond.
De overwinterde knollen kunnen na half mei (IJsheiligen) weer geplant worden als de kans op nachtvorst is afgenomen. Zorg dat de verdroogde hoofdstengel bij het planten aan de bovenkant zit. Plantdiepte is slechts tien centimeter. Dahlia’s houden van een voedzame, niet te natte grond op een wat beschutte plek.
Vermenigvuldig dahlia’s door de knollen te scheuren en deze planten. Graag in de zon en regelmatig watergeven.