Rode biet behoort tot de amarantenfamilie. Familie van de suikerbiet.
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst en teelt.
Rode biet (Beta vulgaris var. ruba) behoort tot de amarantenfamilie (Amaranthaceae). Familie van de suikerbiet. Zaaien vanaf april tot aan eind juni in de volle grond op de definitieve plek. Uitdunnen door de sterkste plantjes te laten staan. Vaak zitten er twee of drie in een kluitje bij elkaar; let op dat je ze niet alle twee of drie uittrekt. Zaai meerdere keren in de periode april-juni, zo verleng je de oogstperiode. Zodra de knollen boven de grond uitsteken, kunnen ze geoogst worden. Laat de bieten niet te groot worden, de smaak wordt er niet beter op.
Als de zaailingen + 2,5 cm groot zijn, uitdunnen zodat er om de 10 cm een zaailing overblijft.
Plaaginsect
Sterke (baard)groei zijwortels; vertraagde groei: bietencystenaaltje. (Heterodera schachtii, Heterodera betae).
Vraat aan de ondergrondse delen van kiemplantjes: bietekevertje (Atomaria linearis).
In het voorjaar legt de bietevlieg haar eieren aan de onderkant van de bladeren. Larven van deze vlieg eten het bladgroen tussen de nerven van de bladeren, blaren ontstaan op het blad, waarna het blad verdort. Soms blijft de schade echter beperkt tot enkele mineergangen in het blad: larven van de bietevlieg (Pegomya hyoscyami). Komt vooral voor in koele zomers.
Gekruld bladeren; hier en daar zit een luis van ongeveer 2 mm grootte: groene perzikluis (Myzus persicae).
Bietenplantje groeit niet, wortelstelsel vertoont veel kleine wortelknobbels (gallen): noordelijk wortelknobbelaaltje (Meloidogyne hapla).
Vertraagde groei, 2 – 4 mm kleine knobbeltjes aan het uiteinden van de wortels: maiswortelknobbelaaltje (Meloidogyne fallax).
Schimmels & ziektes
Kurkachtige plekken die tot wrattige aantastingen kunnen uitgroeien: schurft (Streptomyces scabies).
Jonge plantjes vallen om; stengels worden glazig en bruin: wortelbrand (Phoma betae).
Zaailingen verwelken: Pythium wortelrot (Pythium spp.).
Op het blad ontstaan grijsbruine vlekjes, verkleurend naar bruinzwart. De vlekjes zijn omzoomd door een rode band: bladvlekkenziekte (biet) (Cercospora beticola).
Lichte vlekken op het blad, worden later bruin, gaten in het blad: bladvlekkenziekte (Ramulaira beticola).
Planten verwelken, blad sterft af en op wortels ontstaan bruine of zwarte vlekken: Rhizoctonia.
Op het bladoppervlak ontwikkelt zich – meestal tussen augustus en oktober – een wit/lichtgrijze schimmel. Er verschijnen kleine zwarte stippen op deaangetaste bladeren. Blad wordt uiteindelijk geel en sterft af: Echte meeldauw (Erysiphe polygoni). De door deze schimmel veroorzaakte aantasting wordt ook wel Duizendknoopmeeldauw genoemd.
Overig
Planten groeien niet hard, kwijnen: voeg stikstofrijke mest en water toe.