Appelbloedluis is een ongeveer 2 mm grote luis die leeft van plantensap dat uit jonge twijgen en snoeiwonden wordt gezogen.
Ook bekend als:
Wollige bloedluis
Appelbloedluis (Eriosoma lanigerum) komt van oorsprong uit Noord-Amerika. De ongeveer 2 mm grote luis ontleent haar naam aan de rode vlekken die ontstaan als de luis wordt fijngewreven. De roodbruine appelbloedluis behoort tot de bladluizen en leeft van plantensap dat uit jonge twijgen en snoeiwonden wordt gezogen. Bladeren laat deze luis ongemoeid. Op de takken laat de luizen wit plakkerig pluis achter.
Op de door de luizen aangeprikte plekken ontstaan gallen en houtige uitwassen: bloedluiskanker. Larven van de appelbloedluis overwinteren zowel bovengronds als ondergronds op de wortels waar ze schade kunnen veroorzaken: er ontstaat groeiachterstand en bij een zware aantasting sterft de boom.
Appelbloedluizen kunnen schimmels zoals Neo
Lieveheersbeestjes, oorwormen, gaasvliegen en de larven van sluipwespen zijn de natuurlijke vijanden van de appelbloedluis.
Vindplaats
- Appelboom
- Kweepeer
- Perenboom
Remedie
Meestal is bestrijding niet nodig: de natuurlijke vijanden houden een eventuele populatie beperkt.
Bij een plaag van appelbloedluizen bestrijden met pyrethrum, zeepspiritus, zeepsop, rabarbergier of brandnetelgier.
Preventie
Oorwormen, sluipwespen en galmuggen zijn de natuurlijke vijanden van de appelbloedluis, de luis die schimmel verspreid. Vernietig deze insecten dus niet.