Witlof is hét voorbeeld van forceren. De witlofwortels worden in emmers geplaatst en onder invloed van warmte gaat het loof groeien, maar door gebrek aan licht blijft het blad wit. Ook de wortels van schorseneer en paardenbloem kunnen in een donkere schuur of kelder worden opgepot. Het bleke blad dat uit de wortels van de paardenbloem groeit, is een lekkere groente in salades. Het jonge paardenbloemblad werd vroeger veel gegeten en wordt molsla genoemd. Schorseneren en de enkele niet-gewiede paardenbloemen kunnen ook gewoon in de moestuin blijven staan; bedek ze onder een dikke laag stro. In het voorjaar gaat het blad groeien en kunnen de bleke blaadjes worden geoogst. Door brave hendrik (een vergeten groente) met zwart plastic of een bleekpot te bedekken, ontstaan de gele of roze bladeren.
