B C D G H K M O S T V W

Bijen & Hommels

Een beetje bij verschijnt al vroeg in het voorjaar. Zodra de eerste bloemen verschijnen, zoemen vroege bijen en hommels af en aan om nectar en stuifmeel te verzamelen. Het zijn vrouwtjesbijen die voedsel vergaren om het naar hun nest te transporteren. Het stuifmeel wordt vastgehouden tussen de haren, waarmee het bijenlichaam bedekt is. Door met de poten over hun vacht te wrijven, wordt het stuifmeel in speciale `stuifmeelkorfjes’ aan de poten opgevangen. Soms zijn deze korfjes goed zichtbaar: als dikke, gele knobbels aan de poten bungelen de korfjes aan des bijen achterpoten. Zo kunnen hommels bijvoorbeeld meer dan de helft van het eigen gewicht aan stuifmeel dragen.

Nectar
Een bij zuigt de nectar – een zoete vloeistof om bijen en andere insecten te lokken – met zijn lange buisvormige tong uit de bloemen. Bijen hebben tongen van verschillende lengte en bijen bezoeken dan ook die bloemen die bij de lengte van hun tong passen. Hommels kunnen met hun lange tongen de nectar opzuigen uit de diepe gewelven van de vroegbloeiende dovenetel en andere buisvormige bloemen; paardenbloemen en madelieven laten deze hommels graag over aan bijen met minder lange tongen.

Stuifmeel
Als hommels en bijen in de bloemen rondkruipen op zoek naar nectar, komen er stuifmeelkorrels tussen hun haren. Deze korrels laten ze weer achter als ze in een andere bloem van dezelfde soort rondkruipen waarmee de laatste wordt bevrucht en daar is het de bloem om te doen.
Een zich traag door de tuin bewegende hommel is voor de tuinier een bekende verschijning. Dit zijn jonge koninginnen en zij hebben op een beschut plekje in de tuin overwinterd en zijn nog wat zwak. De eerste weken van het voorjaar besteden ze aan het op krachten komen door veel stuifmeel en nectar te eten. Daarna gaan ze op zoek naar een geschikte nestplaats. Zo’n nest vinden we vaak op de grond in een verlaten muizenhol of in een spleet van een oude, zonovergoten muur op het zuiden. Een bijenkoningin zoekt met haar hele gevolg – een zwerm van soms wel duizenden `werksters’ – naar een geschikte woning. In de praktijk ontfermt een imker zich over zo’n zwervend volk.

Hommel op Zinia, foto: Simon Koopmann – CC BY-SA 2.0 de

Honingmerk
Om insecten te lokken hebben bloemen soms ook nog een honingmerk, een verzameling subtiele lijntjes en stippen dat (voor ons onzichtbaar) ultraviolet licht (UV) reflecteert. De meeste insecten, zoals bijen, kunnen UV waarnemen, en worden via dat honingmerk direct naar de ‘nectarbronnen’ van de plant geleid.

Bloeiers binnenshuis

De dagen lengen nu in rap tempo, de zon wordt krachtiger en de knoppen aan heesters en bomen zwellen. Op beschutte plaatsen bloeit de Forsythia al en de Ribes zal snel volgen. De fruitbomenbloesem volgt met een paar weken.
Takken van voorjaarsbloeiers kunnen binnenshuis tot bloei gebracht worden. De ene heester of boom laat zich gemakkelijker ‘forceren’ dan de andere. De takken van de Forsythia bijvoorbeeld komen binnenshuis zonder kunstgrepen heel gemakkelijk tot bloei. Aan binnenshuis geforceerde bloesem van kers, appel en peer ontbreekt vaak kleur: in die gevallen komt de bloesem niet verder dan een bleekscheterig soort rose. Alleen overvloedig licht – zoals in de kas van de kweker – geeft de bloesem zijn kleur.

Gemakkelijke bloeiers binnenshuis
Kies takken waar veel dikke, platte knoppen op zitten: deze houden de belofte tot bloesem in. De smalle, spitse knoppen herbergen blad. De takken van kweepeer, kers, pruim, perzik, hazelaar, Ribes en Forsythia behoren tot de heestersoorten, die gemakkelijk in de huiskamer tot bloei gebracht kunnen worden. Knip de takken op vaaslengte af en verwijder de twijgjes die in de vaas onder water komen te staan. Breng het nog koude hout niet rechtstreeks in de warme huiskamer, maar plaats de vaas eerst in een lichte, maar koele kamer. Pas als de knoppen na een paar dagen kleur gaan vertonen, is de tijd rijp om de vaas met takken een plaats in de huiskamer te geven. Vul regelmatig het water bij.

Forsythia, foto: PxHere - CC0 Publiek domein

Boeketten van gedroogde bloemen

Met de uitgeknipte bloemen en stengels zijn mooie droogboeketten te maken. Lang niet alles is geschikt, maar met wat fantasie is veel bruikbaar. De uitgebloeide pluimen van het duizendblad (Achillea millefolium) laten zich uitstekend drogen en vervolgens heel goed mengen met de zilverglanzende judaspenning (Lunaria biennis) en de felrode kelken van de lampionplant (Physalis franchettii). De leuke aartjes van de weegbree (Plantago) contrasteren heel aardig met de gedroogde gele bloemhoofdjes van het boerenwormkruid (Tanacetum vulgare).

De grote uitgebloeide schermen van de hortensia (Hydrangea macrophylla) lenen zich prima voor prachtige, heel grote boeketten. Vooral de roze bloeiende soort geeft gedroogd een heel mooi resultaat: de afzonderlijke bloempjes, waaruit de schermen zijn opgebouwd, krijgen alle tinten van een diep roze tot een zacht bruin. Een grote hoeveelheid bloemschermen bij elkaar geeft een fraai effect. Uiteraard levert één hortensia in de eigen tuin te weinig schermen; bewijs de buren (als ze uiteraard een hortensia bezitten en van hun bloemschermen verlost willen worden) een dienst: knip ook daar de uitgebloeide bloemen uit de Hydrangea’s en voeg ze bij het eigen boeket.

Bloemscherm van hortensia, foto: PlantEnPlagen

Bloemen die speciaal voor droogboeketten gekweekt worden, moeten voor een goed resultaat geplukt worden als ze nog nèt niet open zijn. Immers uitgebloeide bloemen vallen eerder uit. Pluk het te drogen materiaal bij droog weer; dit voorkomt rotting tijdens het droogproces. Wikkel de bloemen in kleine hoeveelheden in papier en hang ze omgekeerd op een niet te warme, donkere plaats te drogen. Na zes weken zijn de bloemen geschikt voor de vaas.

Coloradokever

Moestuinier let op uw aardappelen

Coloradokevers en de larven eten het blad van aardappelplanten. En dat doen ze pijlsnel. Vang de kevers en vernietig ze. De kever is + 10 mm groot en is erg schadelijk. Controleer de aardappelaanplant regelmatig op de eitjes aan de onderkant van het blad, vernietig deze. Zie je kevers in de aardappelplanten, houd dan een emmer onder de planten en schudt aan de planten: de kevertjes schrikken en laten zich in de emmer vallen.

Coloradokever, foto: US – Agricultural Research Service

De coloradokever heeft alleen in zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied natuurlijke vijanden; in de nieuw gekoloniseerde gebieden leven geen predators die bestand zijn tegen het gif van de kever en zijn larven. Tot de natuurlijke vijanden behoren vogels, spinnen, hooiwagens en meer dan dertig verschillende insecten. Voorbeelden van insecten die de kever of zijn larven aanvallen zijn loopkevers, lieveheersbeestjes, wespen, wantsen en gaasvliegen.

De tuin in november

s Avonds wordt het nu echt koud en het lijkt wel of de lucht helderder wordt en de biologische klok, die ook het leven in de tuin bepaalt, langzamer gaat lopen. De zomer is reeds lang voorbij: het wordt alleen kouder en winderiger, een voorbode van het weer dat komen gaat. Toch bloeit er nog van alles: van de uitbundige dahlia’s tot en met het tere roze van de Japanse anemonen.
In de tuin hoeven geen grote dingen meer te gebeuren. Het is een kwestie van bijhouden. Zo kunnen nu beschadigde plekken in de grasmat worden gerepareerd, uitgebloeide eenjarigen verwijderd en de dode stengels uit de vaste planten worden geknipt.

Boeketten van gedroogde bloemen
Met de uitgeknipte bloemen en stengels zijn mooie droogboeketten te maken. Lang niet alles is geschikt, maar met wat fantasie is veel bruikbaar. De uitgebloeide pluimen van het duizendblad (Achillea millefolium) laten zich uitstekend drogen en vervolgens heel goed mengen met de zilverglanzende judaspenning (Lunaria biennis) en de felrode kelken van de lampionplant (Physalis franchettii). De leuke aartjes van de weegbree (Plantago) contrasteren heel aardig met de gedroogde gele bloemhoofdjes van het boerenwormkruid (Tanacetum vulgare).

Judaspenning, foto: Bram Wolthoorn

Droogte

De hittegolf in de zomer van ’22 liet diepe sporen na in de tuin. De harde hete oostenwind hield dagenlang aan; dag in dag uit brandde de zon aan één stuk door: bos, berm, akker en tuin droogden uit en struiken verbrandden.
Grofweg verdampt er dagelijks het equivalent van 8 mm regen per m2. Water dat aan de oppervlakte en de dieper gelegen lagen van de aarde wordt onttrokken. Het gras wordt geel, de vaste planten hangen er slap bij en hier en daar is het groen verbrand. Water geven is noodzakelijk – als het beschikbaar is. In sommige streken is een droogteregime ingesteld en mogen tuinen niet meer beregend worden.
Als water voorhanden is – leidingwater, uit de grond (puls), sloot of gespaard regenwater in een ton – geef dan pas water tegen de avond, als het een ietsje koeler wordt. Sproei langdurig rondom de vaste planten, heesters en bomen. Waak ervoor dat de aarde niet dichtslaat door het water geven: de korrelstructuur gaat dan verloren, waardoor het vocht in de bovenste laag niet goed kan worden vastgehouden.
Vooral jonge beplanting, die zo vanuit de potjes in de tuin is gezet, krijgt het bij langdurige droogte zwaar te verduren. De beworteling heeft de sprong tussen de containerkluit en de omgeving nog niet gemaakt en dan is de voorraad vocht snel uitgeput.
Sproei niet overdag bij een felle zon: te veel van het kostbare water verdampt vrijwel onmiddellijk. ’s Morgens voor dag en dauw is de beste tijd om te sproeien. De beplanting heeft dan voldoende tijd om het beschikbare vocht op te nemen en de bodem is tijdens de nacht dermate afgekoeld dat het grootste deel van het water ook in de grond terechtkomt. Deze ideale situatie gaat menig tuinier om het bar vroege uur te ver. ’s Avonds sproeien kan ook, de enige bezwaren zijn echter de grotere vatbaarheid van planten voor schimmels en het verschijnen van grote aantallen slakken op de vochtige aarde.
Sproei niet elke dag een klein beetje, maar wekelijks een grote hoeveelheid. Dagelijks gegeven kleine hoeveelheden water dringen de wortels naar de oppervlakte, terwijl één grote diep doordringende plens de wortels in de dieper gelegen lagen houdt waar ze horen.

Droogteschade hortensia, foto: PlantEnPlagen

Elke tuin heeft z’n eigen brekebeentje: meestal een plantje van ver weg of een bijzonder stekje dat voor de eigenaar een speciale betekenis heeft. Het zijn juist deze tere tuinbewoners die tijdens een moment van onachtzaamheid het loodje leggen. Graaf naast zo’n plant een poreuze aarden pot in, vul deze dagelijks met water en de aarde rond het troetelplantje zal ook tijdens de grootste droogte vochtig blijven.

Graaduren

Planten hebben warmte nodig om te groeien en te bloeien

Planten en bodem moeten aan een bepaalde hoeveelheid warmte zijn blootgesteld om tot bladvorming en bloei te komen. Die warmtehoeveelheid is per soort verschillend en binnen de soort kan dat ook nog variëren. Voor warmte x tijd – de warmtesom – worden graaduren gehanteerd. Eén graaduur = 1 uur x 1°C.

Graaduren vind je ook terug in de bouw als het bijvoorbeeld over isolatie gaat. In de bosbouw varieert men hier enigszins op door het aantal uren en graden Celsius te tellen vanaf 5°C.

Onder invloed van de klimaatverandering bereiken planten door de stijgende temperatuur eerder de nodige warmtehoeveelheid om tot bladvorming en later tot bloei te komen. Dat is van grote invloed op het ecosysteem waarvan de betreffende plant deel uitmaakt. Bomen schieten eerder dan gebruikelijk in bloei, als de bestuivers onder de insecten er gewoon nog niet zijn. Daardoor zal de boom niet of slecht vrucht dragen.

Uit: Handboek Moestuin

Elzenpropjes, foto: CC0 Public Domain

Vanaf februari groeien elzenkatjes uit tot lange gele slierten.
Niet alleen de mannelijke katjes maar ook de vrouwelijke bloemen zijn het bekijken waard. Veel kleiner, maar met een mooie donkerrode tint.
Nu is het ook de tijd van het elzenhaantje, donkerblauwe kevertjes die zich op het jonge elzenblad storten.

Het gras in de winter

Slagregens, hagelbuien en felle wind teisteren het gazon

In de nacht en vroege ochtend daalt een kille vrieskou op het gras neer. Mollen laten een wild spoor van aardhopen achter in hun heftige jacht op wormen. Het gras heeft het zwaar te verduren in de winter, doordrenkt als het is van de regen en futloos omdat de groei eruit is.

Voorzichtig met het belopen
Het in de zomer zo sterke grasveld is in de wintermaanden kwetsbaar. Vooral als het ’s nachts aan de grond gevroren heeft en de grassprieten nog mooi wit zijn bevroren, is het zaak niet op het gras te lopen. De anders zo buigzame sprietjes breken als glassplinters onder de zware voetzool en sterven vervolgens bruin af. Pas tegen de lente zal het gras zich dan pas weer herstellen.

Voorkom mos
Het gazon verzuurt in de loop der tijd, onder andere door onze licht aangezuurde regen. Als de groei van het gras tot stilstand komt tijdens de wintermaanden, neemt het mos, dat goed gedijt in een licht zure omgeving, de kans waar om zich te verspreiden.
Hark het mos weg. Strooi begin maart, als het gras voorzichtig weer begint te groeien, kalk op het gras. Dit verhoogt de zuurgraad en maakt het gazon mos-onvriendelijk. Bemesten van het gras kan het beste begin april, als de groei weer helemaal terug is in het gras. Dat is ook het moment om eventuele kale plekken in het gazon in te zaaien.

Herkennen mos in het gazon
Mos in het gazon, foto: PlantEnPlagen

Mosgroei in het gras, is helaas niet het enige dat een strak gazon in de weg staat. Mollen, meeldauw, paddenstoelen, emelten kunnen het gazon veel schade toebrengen. Meer over ziektes en plagen in het gazon vind je hier.

Kerstboom

O, dennenboom, wat zijn uw takken wonderschoon!
De kerstboom is eigenlijk een Gewone of Fijne spar, de Picea abies. Deze boom is inheems in heel Europa en kan soms wel veertig meter hoog en vier meter breed worden, een baas van een kerstboom dus. De andere bekende kerstboom is de Servische spar, de Picea omorika. Deze is afkomstig uit de Balkan (Drina Vallei).
De takken van de Servische spar hangen wat meer dan die van de Gewone spar en de naalden zijn aan de onderkant soms wat blauwig.

Luxe kerstboom
De laatste jaren is ook de Nordmann spar (Abies nordmanniana) als kerstboom leverbaar. Deze prachtige boom komt uit de Kaukasus en de gebergten rond de Zwarte Zee. De naalden van deze fraaie conifeer prikken minder omdat de naalden ronder van vorm zijn. Ook blijft de boom heel lang mooi omdat de naalden lang blijven zitten. Bovendien is de Nordmann spar ook nog fraai van vorm. Een kerstboom moet immers een beetje de vorm van een piramide hebben, maar dan slanker.
Ook mini-kerstboompjes zijn ruim verkrijgbaar. Dit zijn vaak nog hele jonge kerstbomen, maar het kunnen ook echte dwergsparretjes zijn.

Zeven tot acht jaar oud
Een beetje kerstboom is gemiddeld anderhalve meter hoog. Nederlandse kerstboomtelers planten hun kerstbomen als driejarige stek en verzorgen deze tot ze de juiste kerstboomgrootte bereikt hebben. Dat duurt drie tot vier jaren. Negentig procent van de bomen worden met kluit geleverd.

Verzorging
Breng de kersverse kerstboom niet meteen naar binnen. Laat de boom eerst langzaam op temperatuur komen in garage of schuur. Zaag bij een gekapte kerstboom de stam nogmaals af, zodat de kerstboom via het levende hout water kan opnemen. Behandel de kerstboom verder als ‘een hele grote tak op water’ en voeg aan het water vloeibaar plantenvoedsel toe en zorg ervoor dat er steeds voldoende water rond de stam staat.
Kerstbomen met kluit kunnen het beste behandeld worden als een grote kamerplant. Plant de boom in een grote pot en houdt de kluit vochtig met water dat met vloeibaar plantenvoedsel verrijkt is.
Als het de bedoeling is om de kerstboom later in de tuin te planten, mag de toptak voor de piek niet worden afgezaagd.
Plant de boom in de tuin als het niet vriest en laat de boom eerst langzaam in een onverwarmde garage of schuur aan de buitentemperatuur wennen.

Foto: pxhere – publiek domein – CC0

Huisdieren
De dennennaalden van de fijnspar zijn giftig voor huisdieren. Bovendien kunnen de scherpe punten de darmwand doorboren. Ook het water in de bak van de kerstboom is giftig. Plaats geen voer- of drinkbak in de buurt van de kerstboom omdat dennennaalden in de bak terecht kunnen komen. Dennennaalden zijn niet giftig voor mensen.

Midzomer

In juli is de grootste groeikracht uit de tuin verdwenen; de natuur pauzeert na een weelderige bloei in de lente en maakt zich op voor een met fruit overladen herfst.
Midzomer is een rustige tijd in de tuin: de grasmat moet wat worden bijgemest, hier en daar kunnen wat onkruiden gewied worden en indien nodig krijgen de borders water. Nu komen de potten en kuipen met oleanders, fuchsia’s en datura’s volledig tot hun recht. Deze uitheemse planten lenen zich bij uitstek voor een bijzondere kleureffect, dat de tuin nèt dat gewenste persoonlijke tintje geeft. Potplanten van die klasse horen, gezien hun herkomst, niet in onze streken thuis; echter door ze in de vaak zeer fraaie potten te zetten en ze als extra kleuraccent in de tuin toe te passen, zijn het welkome aanvullingen.
Eenjarigen, dahlia’s, rozen op stam, eigenlijk heel veel planten lenen zich heel goed voor bakken of kuipen. In het zicht geplaatst als de planten in volle glorie staan te pronken en weggezet als de bloei over is, dragen ze bij aan het steeds wisselende decor van de tuin.
Een grote pot, naast de keuken geplaatst en gevuld met basilicum, wat bieslook, lavendel en tijm, ruikt lekker en levert verse keukenkruiden binnen handbereik.

Geef de potplanten dagelijks water met eens in de week een toevoeging van vloeibaar plantenvoedsel en beschut ze tegen te harde wind. Wees bedacht op een plotseling onweer met hagel en windstoten: hagelkorrels kunnen aan potplanten veel schade toebrengen.

Sprinkhaan, foto: Bram Wolthoorn

Potten, kuipen en bakken zijn in overvloed te koop: de heel mooie uit de landen rond de Middellandse Zee vormen door hun exotisch uiterlijk een bijna natuurlijke ‘verpakking’ van uitheemse planten; de strakke grote bloempotten zijn meer geschikt voor rozen op stam of een kunstig geknipte buxus.